Romeinen
4.1 Van stad tot wereldrijk
Vanuit Rome kregen de Romeinen de macht over Italië. Daarna breidden ze het gebied uit in Zuid- en West-Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Het bestuur van het Romeinse rijk was veel werk.
Rome was eerst een koninkrijk en daarna een republiek. De stadstaat veroverde in een paar eeuwen een groot gebied rond de Middellandse Zee. Door de veroveringen kregen de generaals steeds meer macht. Normaal als er een noodsituatie was werd er iemand voor zes maanden benoemd voor dictator. In 46 v. C. zorgde Julius Ceasar er voor dat hij keizer voor het leven werd. Een groep senatoren was alleen bang dat hij teveel macht zou krijgen en een soort koning zou worden, zij waren ook bang dat zij hun macht zouden verliezen. Daarom hebben hem 44 v. C. vermoord met 23 dolksteken
4.2 De Romeinse samenleving
In de landbouwstedelijke samenleving van het Romeinse rijk waren grote sociaal-economische verschillen. Door de armoede gingen veel mensen van het platteland naar de stad. Een groot deel van de bevolking was slaaf.
Het Romeinse Rijk leeft eigenlijk van de landbouw. De schrijver Cato schreef: Uit de boeren komen de stoerste mannen en de flinkste soldaten voort, het werk dat zij doen is het eerlijkste en het beste waar je geld mee kunt verdienen. De boer moet daarom ruimschoots geacht en geprezen worden.
Als boer had je het niet super slecht. Je kon bijvoorbeeld belasting met graan of andere landbouwproducten betalen. Ook leefden de mensen in de stad van landbouw dus je verdiende ook niet slecht. In de landbouwstedelijke samenleving van het Romeinse rijk was de stad het centrum van de handel. Toch waren er grote economische verschillen. Als boer had je een groot probleem als je oogst mislukte, dat kan je veel geld kosten. De arme boeren gingen naar de stad. De arme stedelingen waren afhankelijk van de rijken, die zorgde dat ze een baan kregen en dus ook geld om van te leven.
Een groot deel van de bevolking was toen slaaf zoals: de buitenlanders (zij hadden daar niks te zeggen), slaven, Romeinen (ze hadden niet genoeg geld en de enige manier om voor hun familie te zorgen was zichzelf of hun kinderen als slaaf aan te bieden.
4.3 De cultuur van het rijk
De Romeinen brachten hun wetten en manier van bouwtechnieken naar alle delen van het rijk. De Romeinen stonden ook open voor andere culturen. Door de Griekse invloed ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
In het Romeinse rijk was een multiculturele samenleving, maar er waren ook culturele overeenkomsten. De Romeinen hadden......... Burgers met het Romeins burgerrecht hadden meer rechten dan andere mensen binnen het Romeinse rijk. In het Romeinse rijk bestond godsdienstige verdraagzaamheid. Romeinen namen veel over van de Griekse cultuur, en zo ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
4.4 De opkomst van het christendom
De Romeinen onderwierpen diverse volkeren. In de provincie Judea leefden de joden met hun joodse godsdienst. In hun midden ontstond het christendom. De verspreiding van deze godsdienst had grote gevolgen voor het Romeinse rijk.
In de provincie Judea leefde joden, met hun geloof in één god, het jodendom. Na een mislukte opstand moesten de joden zich rond 70 na Christus over het hele Romeinse rijk verdelen. Rond 30 na Christus was in Judea het christendom ontstaan. Na de dood van Jezus Christus werd dit geloof in het Romeinse rijk verspreid. Een tijd lang werd het christendom verboden. Daarna werd het de godsdienst waarvan bestuurders en ambtenaren aanhanger moeten zijn. Toen werd de paus van Rome leider van de kerk.
Gemaakt door: Claudia en Lieke
Vanuit Rome kregen de Romeinen de macht over Italië. Daarna breidden ze het gebied uit in Zuid- en West-Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Het bestuur van het Romeinse rijk was veel werk.
Rome was eerst een koninkrijk en daarna een republiek. De stadstaat veroverde in een paar eeuwen een groot gebied rond de Middellandse Zee. Door de veroveringen kregen de generaals steeds meer macht. Normaal als er een noodsituatie was werd er iemand voor zes maanden benoemd voor dictator. In 46 v. C. zorgde Julius Ceasar er voor dat hij keizer voor het leven werd. Een groep senatoren was alleen bang dat hij teveel macht zou krijgen en een soort koning zou worden, zij waren ook bang dat zij hun macht zouden verliezen. Daarom hebben hem 44 v. C. vermoord met 23 dolksteken
4.2 De Romeinse samenleving
In de landbouwstedelijke samenleving van het Romeinse rijk waren grote sociaal-economische verschillen. Door de armoede gingen veel mensen van het platteland naar de stad. Een groot deel van de bevolking was slaaf.
Het Romeinse Rijk leeft eigenlijk van de landbouw. De schrijver Cato schreef: Uit de boeren komen de stoerste mannen en de flinkste soldaten voort, het werk dat zij doen is het eerlijkste en het beste waar je geld mee kunt verdienen. De boer moet daarom ruimschoots geacht en geprezen worden.
Als boer had je het niet super slecht. Je kon bijvoorbeeld belasting met graan of andere landbouwproducten betalen. Ook leefden de mensen in de stad van landbouw dus je verdiende ook niet slecht. In de landbouwstedelijke samenleving van het Romeinse rijk was de stad het centrum van de handel. Toch waren er grote economische verschillen. Als boer had je een groot probleem als je oogst mislukte, dat kan je veel geld kosten. De arme boeren gingen naar de stad. De arme stedelingen waren afhankelijk van de rijken, die zorgde dat ze een baan kregen en dus ook geld om van te leven.
Een groot deel van de bevolking was toen slaaf zoals: de buitenlanders (zij hadden daar niks te zeggen), slaven, Romeinen (ze hadden niet genoeg geld en de enige manier om voor hun familie te zorgen was zichzelf of hun kinderen als slaaf aan te bieden.
4.3 De cultuur van het rijk
De Romeinen brachten hun wetten en manier van bouwtechnieken naar alle delen van het rijk. De Romeinen stonden ook open voor andere culturen. Door de Griekse invloed ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
In het Romeinse rijk was een multiculturele samenleving, maar er waren ook culturele overeenkomsten. De Romeinen hadden......... Burgers met het Romeins burgerrecht hadden meer rechten dan andere mensen binnen het Romeinse rijk. In het Romeinse rijk bestond godsdienstige verdraagzaamheid. Romeinen namen veel over van de Griekse cultuur, en zo ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
4.4 De opkomst van het christendom
De Romeinen onderwierpen diverse volkeren. In de provincie Judea leefden de joden met hun joodse godsdienst. In hun midden ontstond het christendom. De verspreiding van deze godsdienst had grote gevolgen voor het Romeinse rijk.
In de provincie Judea leefde joden, met hun geloof in één god, het jodendom. Na een mislukte opstand moesten de joden zich rond 70 na Christus over het hele Romeinse rijk verdelen. Rond 30 na Christus was in Judea het christendom ontstaan. Na de dood van Jezus Christus werd dit geloof in het Romeinse rijk verspreid. Een tijd lang werd het christendom verboden. Daarna werd het de godsdienst waarvan bestuurders en ambtenaren aanhanger moeten zijn. Toen werd de paus van Rome leider van de kerk.
Gemaakt door: Claudia en Lieke